gecapitonneerd
- ge·ca·pi·ton·neerd
- vervoeging van capitonneren: de stam met omvoegsel ge- -d
vervoeging van: | capitonneren… |
verbogen vorm: | gecapitonneerde |
gecapitonneerd
- voltooid deelwoord van capitonneren
- attributief gebruikt met een zodanig patroon gesteekt of genaaid dat het met kussentjes bekleed lijkt
- Hij draagt een winddicht jack van imitatieleer met een gecapitonneerde voering.
- De leren banken zijn of glad gestoffeerd of gecapitonneerd.
- Het woord gecapitonneerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.