Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·ca·pi·ton·neer·de

Werkwoord

vervoeging van: capitonneren…
verbogen vorm: gecapitonneerdee

gecapitonneerde

  1. verbogen vorm van gecapitonneerd, voltooid deelwoord van capitonneren

Bijvoeglijk naamwoord

gecapitonneerde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van gecapitonneerd

Gangbaarheid