gaufreren
- gau·fre·ren
- uit het Frans [1]
gaufreren [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
gaufreren |
gaufreerde |
gegaufreerd |
zwak -d | volledig |
- plooien aanbrengen in stoffen met behulp van een warme ijzeren pers
- een figuur in papier of weefsel aanbrengen met behulp van een warme pers
- Het woord gaufreren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gaufreren" herkend door:
15 % | van de Nederlanders; |
36 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ gaufreren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be