gastredacteur
- gast·re·dac·teur
- samenstelling van gast zn en redacteur zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gastredacteur | gastredacteuren gastredacteurs |
verkleinwoord |
de gastredacteur m
- iemand die eenmalig, op uitnodiging de functie van redacteur vervult
- ▸ Wilco Boom is politiek verslaggever voor de NOS in Den Haag. In het kader van het Duits-Nederlandse journalistenstipendium, een jaarlijks uitwisselingsprogramma, is hij twee maanden gastredacteur op de politieke redactie van de WDR in Berlijn.[1]
- Het woord gastredacteur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Wilco Boom“Waarom Duitsland geen PVV heeft” (Vrijdag 27 april 2012, 19:03), NOS