gapende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ga·pen·de
Werkwoord
vervoeging van: | gapen |
gapende
- verbogen vorm van gapend, het onvoltooid deelwoord van gapen
Bijvoeglijk naamwoord
gapende
- verbogen vorm van de stellende trap van gapend
vervoeging van: | gapen |
verbogen vorm: | gapendee |
gapende
gapende