galoppeert aan
- ga·lop·peert aan
- uit galoppeert (werkwoord) en aan, hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
aangalopperen |
galoppeert (...) aan
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aangalopperen
- Jij galoppeert aan.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aangalopperen
- Hij galoppeert aan.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aangalopperen
- Galoppeert aan!
- Het woord galoppeert aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.