• ga bin·nen
vervoeging van
binnengaan

ga binnen

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnengaan
    • Ik ga binnen. 
  2. gebiedende wijs van binnengaan
    • Ga binnen! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnengaan
    • Ga je binnen? 
  4. aanvoegende wijs van binnengaan