• func·ti·o·na·list
enkelvoud meervoud
naamwoord functionalist functionalisten
verkleinwoord

de functionalistm

  1. iemand die vooral gericht is op de doelmatigheid van iets
     De op 15 december 1907 geboren Niemeyer geldt als pionier van de moderne architectuur. In de jaren 40, 50 en 60 maakte hij opzienbarende gebouwen, die soms meer op enorme beeldhouwwerken leken. Zijn belangrijkste leermeester was de Zwitsers-Franse architect Le Corbusier, een functionalist.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Architect Oscar Niemeyer overleden” (Donderdag 6 december 2012, 01:25), NOS