fulminant
- ful·mi·nant
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | fulminant | fulminanter | fulminantst |
verbogen | fulminante | fulminantere | fulminantste |
partitief | fulminants | fulminanters | - |
fulminant
- razend of woedend
- Die fulminante jongen werd door de politie opgepakt.
- Het woord fulminant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fulminant" herkend door:
56 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be