Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • frui·tis·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fruitisme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het fruitismeo

  1. extreme vorm van vegetarisme waarbij alleen boomvruchten en noten mogen worden gegeten

Gangbaarheid