Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fri·tuur·oliën, fri·tuur·oli·en
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de frituuroliënmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord frituurolie
     Morgen beginnen de gezamenlijke fabrikanten van frituuroliën en vetten een campagne 'Verantwoord Frituren' onder cafetariabazen en frietbakkers om ze over te halen in beter vet te bakken.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Wouter Klootwijk
    “Vetmeter voor de patatbakker” (6 april 2004) op nrc.nl