• fris·ket
  • uit het Frans [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord frisket frisketten
verkleinwoord

het frisketo

  1. stevig stuk papier dat dient om het te bedrukken papier te fixeren en te beschermen tegen vuil
21 % van de Nederlanders;
25 % van de Vlamingen.[2]