framboð

IJslands

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordherkomst en -opbouw

• Afleiding van het IJslandse zelfstandige naamwoord met het voorvoegsel fram-

Klasse n sterk	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	framboð	framboðið	framboð	framboðin
genitief	framboðs	framboðsins	framboða	framboðanna
datief	framboði	framboðinu	framboðum	framboðunum
accusatief	framboð	framboðið	framboð	framboðin

Zelfstandig naamwoord

framboð, o

1. (handel) aanbod
2. (politiek) kandidatuur (voor een ambt of een positie)

Hyperoniemen

• [1]: markaður

Uitdrukkingen en gezegden

• [1]: framboð og eftirspurn

vraag en aanbod

Afgeleide begrippen

   

[1-2]: framboða [1-2]: framboðari [1-2]: framboðaskrá [1-2]: framboði [1-2]: framboðinn [1-2]: framboðsaðili [1-2]: framboðsfall [1-2]: framboðsferð [1-2]: framboðsflokkur [1-2]: framboðsfrelsi [1-2]: framboðsfrestur [1-2]: framboðsfundur [1-2]: framboðshlið [1-2]: framboðshlutfall [1-2]: framboðshreyfing [1-2]: framboðskenning [1-2]: framboðskvóti [1-2]: framboðslisti [1-2]: framboðslína [1-2]: framboðsmagn [1-2]: framboðsmeðal [1-2]: framboðspústur [1-2]: framboðsráðagerð [1-2]: framboðsráðuneyti [1-2]: framboðsréttur [1-2]: framboðsræða [1-2]: framboðssaga [1-2]: framboðssamkeppni [1-2]: framboðssamtök [1-2]: framboðsskjal [1-2]: framboðsslagur [1-2]: framboðsstríð [1-2]: framboðsundirskrift [1-2]: framboðsverð [1-2]: framboðungur

Zelfstandig naamwoord

framboð

1. accusatief onbepaald onzijdig enkelvoud van framboð

framboð

1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van framboð

framboð

1. accusatief onbepaald onzijdig meervoud van framboð