Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fo·to·paal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fotopaal fotopalen
verkleinwoord fotopaaltje fotopaaltjes

Zelfstandig naamwoord

de fotopaalm

  1. (verkeer) paal langs de weg voor het fotograferen van kentekenplaten bij verkeersovertredingen (te hoge snelheid)

Gangbaarheid