fotogeschiedenis
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fo·to·ge·schie·de·nis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van foto zn en geschiedenis zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fotogeschiedenis | fotogeschiedenissen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de fotogeschiedenis v
- de geschiedenis van de fotografie
- ▸ Het museum heeft daarom dan ook de honderdste sokkel leeg gelaten, zodat bezoekers hun eigen suggesties voor toevoegingen kunnen inzenden, uit de fotogeschiedenis of eigen werk. Het past volgens Ras goed bij de nieuwe rol die musea ambiëren. "Het waren altijd tempels waarin 'de waarheid' werd gepresenteerd, maar tegenwoordig willen ze steeds meer een forum zijn, waarin we juist het gesprek met het publiek willen aangaan."[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'fotogeschiedenis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Annephine van Uchelen en Lambert Teuwissen“Deze foto's laten zien 'waarom lang niet iedereen fotograaf is'” (Dinsdag 8 juni 2021, 12:59), NOS