• fort·sett
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud fortsett
o enkelvoud fortsett
meervoud fortsette
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
fortsette

fortsett

  1. voortdurend

fortsett

  1. nogwel
  2. onophoudelijk

fortsett

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van fortsette

fortsett

  1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van fortsette

fortsett

  1. voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van fortsette