forsake
- erfwoord van Middelengels forsaken, Angelsaksisch forsacan. West-Germaans *frasakan.
- Afleiding van sake zn met het voorvoegsel for-
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to forsake |
he/she/it | forsakes |
verleden tijd | forsook |
voltooid deelwoord |
forsaken |
onvoltooid deelwoord |
forsaking |
gebiedende wijs | forsake |
forsake
- overgankelijk in de steek laten
- overgankelijk, (verouderd) afslaan, weigeren
- overgankelijk, (verouderd) uit de weg gaan, vermijden
- overgankelijk, (verouderd) niet toereikend zijn voor
- overgankelijk, (verouderd) teleurstellen