formatieplaats
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- for·ma·tie·plaats
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van formatie zn "vastgesteld personeelsbestand" en plaats zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | formatieplaats | formatieplaatsen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- officiële arbeidsplaats binnen een organisatie
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord formatieplaats staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.