formatiebudget
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- for·ma·tie·bud·get
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van formatie en budget
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | formatiebudget | formatiebudgets formatiebudgetten |
verkleinwoord | formatiebudgetje | formatiebudgetjes |
Zelfstandig naamwoord
het formatiebudget o
- budget benodigd voor de formatie van iets
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'formatiebudget' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.