• foo·die
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord foodie foodies
verkleinwoord

de foodiem

  1. iemand die (overdreven) veel bezig is met voeding
     Nieuwsuur legt verschillende voedingsmiddelen en trends voor aan een panel van drie voedingswetenschappers: Astrid Postma-Smeets van het Voedingscentrum, hoogleraar Frans Kok van de Wageningen Universiteit en Marijke Berkenpas, diëtist en oprichter van de informatieve blog I'm a Foodie.[2]
     Oneindig scrollen langs Insta-foto's van toffe feestjes, terwijl je zelf in je huispak op de bank hangt. Of die ene foodie die altijd maar perfecte recepten maakt, die jij nooit voor elkaar krijgt in de keuken. Je zou je er zomaar ellendig door gaan voelen.[3]
     Foodie Monique van Loon verklaart het succes van brood.[4]


  1. foodie op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron
    Bianca Massaro
    “'Het voedsellabyrint wordt alleen maar groter'” (Dinsdag 25 augustus 2015), NOS
  3.   Weblink bron “Stiekem janken achter de filterfaçade van Insta” (Vrijdag 19 mei 2017), NOS
  4.   Weblink bron “Waarom wordt er weer meer brood gegeten?” (Maandag 20 juni 2016), NOS