fomenteren
- Geluid: fomenteren (hulp, bestand)
- fo·men·te·ren
- uit het Frans [1]
fomenteren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
fomenteren |
fomenteerde |
gefomenteerd |
zwak -d | volledig |
- (kookkunst) stoven
- ▸ De neus is de achillespees van een kok. Een kok wiens reuk het begeeft kan zijn pollepel beter ombouwen tot een figurant in de poppenkast. Kokkerellen, fomenteren, moezen, sauteren, afroken, poffen, garneren, gaarstoven, wallen, smoren, op- en afkoken, frituren, smouten - het is allemaal gedaan, over en uit.[2]
- Het woord fomenteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fomenteren" herkend door:
28 % | van de Nederlanders; |
30 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ fomenteren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Laurent Bénégui serveert gebraden gevoeligheden” (4 april 1996,), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be