fomenteerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fomenteerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fo·men·teer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
fomenteren |
fomenteerde
- enkelvoud verleden tijd van fomenteren
- Ik fomenteerde.
- Jij fomenteerde.
- Hij, zij, het fomenteerde.
- Ik fomenteerde.