Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fok·vee
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fokvee -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het fokveeo

  1. vee dat gehouden wordt voor de fokkerij

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be