fluisterende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fluis·te·ren·de
Werkwoord
vervoeging van: | fluisteren |
fluisterende
- verbogen vorm van fluisterend, het onvoltooid deelwoord van fluisteren
Bijvoeglijk naamwoord
fluisterende
- verbogen vorm van de stellende trap van fluisterend