fluister in
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fluister in (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fluis·ter in
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
influisteren |
fluister (...) in
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van influisteren
- Ik fluister in.
- gebiedende wijs van influisteren
- Fluister in!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van influisteren
- Fluister je in?