• flan·drien
enkelvoud meervoud
naamwoord flandrien flandriens
verkleinwoord

de flandrienm

  1. een aanvalslustige, stoere, sterke wielrenner die kan afzien juist als alles tegenzit
    • Topfavoriet Tom Boonen kwam er helemaal niet aan te pas in de Omloop. De Belg riep het koude en natte weer in als excuus, maar daar moesten natuurlijk alle renners door. 'Het klinkt misschien raar als Flandrien, maar ik kan niet tegen die kou', prevelde een rillende Boonen na de aankomst in Gent. [1] 
    • Greg Van Avermaet is vanavond door zijn collega's opnieuw uitgeroepen tot Flandrien van het jaar, de beste Belgische wielrenner van 2014. De favoriet kreeg in deze verkiezing van de Vlaamse krant Het Nieuwsblad 281 stemmen. [2] 
    • Tom Boonen begint vrijdag met de E3 Harelbeke aan zijn laatste twee weken als profrenner. De sympathieke Flandrien was in het Vlaamse voorjaar vijftien jaar lang beeldbepalend. Deze tien hoogtepunten staan in het collectieve wielergeheugen gegrift. [3] 
    • Van Terpstra bestaat het beeld dat hij een eigenheimer is. Geen allemansvriend ook. De Vlaamse televisiecommentatoren zien ook liever een landgenoot van Quick-Step winnen in plaats van die Noord-Hollandse Flandrien. In de Belgische miljoenenploeg mag Terpstra dan een vreemde eend in de bijt zijn met zijn Hollandse directheid, maar het is wel hún vreemde eend. Ook in een blauw shirt. [4] 
26 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[5]