fietswegenwacht
- fiets·we·gen·wacht
- samenstelling van fiets en wegenwacht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fietswegenwacht | fietswegenwachten |
verkleinwoord | fietswegenwachtje | fietswegenwachtjes |
de fietswegenwacht m
- (verkeer) een hulpdienst voor fietsers met pech
- De fietswegenwacht helpt alle leden snel weer op weg als er pech onderweg is.
- (verkeer), (beroep) een medewerker van de fietswegenwacht
- De vriendelijke en kundige fietswegenwacht hielp de fietsers zodat ze weer door konden fietsen.
- Het woord 'fietswegenwacht' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.