fielder
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fiel·der
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fielder | fielders |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
fielder m
- (sport) veldspeler (in een honkbalteam of cricketteam)
- ▸ Het feest in Boston kon woensdag eigenlijk al vroeg beginnen. De beslissing viel al in de derde en de vierde inning. De grote held van de Sox was right fielder Shane Victorino. In de derde inning sloeg hij een tweehonkslag met al drie honken bezet, waarmee de stand direct op 3-0 kwam. Ook in de vierde inning haalde hij een run binnen. De stand na deze slagbeurt was al 6-0.[1]
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord fielder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "fielder" herkend door:
27 % | van de Nederlanders; |
31 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Boston Red Sox winnen World Series” (31-10-2013), Tubantia
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be