fidgeten
- fid·ge·ten
fidgeten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
fidgeten |
fidgette |
gefidget |
zwak -t | volledig |
- onovergankelijk voortdurend bewegen met als doel gewicht te verliezen
- Het woord 'fidgeten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.