festivalorganisator

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fes·ti·val·or·ga·ni·sa·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord festivalorganisator festivalorganisators
festivalorganisatoren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de festivalorganisatorm

  1. bedrijf dat een grote feestelijke bijeenkomst regelt
     Twee jaar geleden werd Robin door festivalorganisator Art of Dance (het bedrijf achter Dominator en Masters of Hardcore) naar China gestuurd. Robin begon in Beijing, maar kwam er al gauw achter dat de dance-scene zich vooral in Shanghai afspeelde, dus verhuisde hij daarheen.[1]
     Het gaat slecht met SFX Entertainment, het Amerikaanse megabedrijf dat Nederlandse danceorganisaties als ID&T, B2S, Awakenings en feest- en festivalorganisator Air de afgelopen tijd opkocht. Zo slecht, dat kredietbeoordelaar Moody's betwijfelt of het nog goedkomt met het bedrijf.[2]
  2. (beroep) persoon die een grote feestelijke bijeenkomst regelt

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Robin (23) scout jonge dj's in China en haalt ze hierheen” (Vrijdag 5 augustus 2016, 12:10), NOS
  2.   Weblink bron “Moederbedrijf Nederlandse festivals in financieel zwaar weer” (Donderdag 27 augustus 2015, 17:19), NOS