• fengs·len·de
  • Bijvoeglijk naamwoord: : bijvoeglijk gebruik van het onvoltooid deelwoord van het Noorse werkwoord fengsle met het achtervoegsel -ende
Naar frequentie 23927
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud fengslende
o enkelvoud fengslende
meervoud fengslende
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
fengslende

fengslende

  1. boeiend
    «En fengslende bok fra begynnelse til slutt.»
    Een boeiend boek, van begin tot eind.
  • en fengslende bok eller film
een boeiend boek of film

 gripende bn 

fengslende

  1. onvoltooid (tegenwoordig) deelwoord bedrijvende vorm van fengsle