faxen
- faxen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
faxen |
faxte |
gefaxt |
zwak -t | volledig |
faxen
- versturen per fax
- Hij heeft de factuur naar de klant gefaxt.
de faxen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord fax
- Het woord faxen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "faxen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be