falšovat

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /falʃɔvat/

Woordafbreking

• fal·šo·vat

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het zelfstandig naamwoord faleš met het achtervoegsel -ovat

Werkwoord

falšovat imperfectief  

1. vervalsen

Vervoeging

		enkelvoud	meervoud
eerste persoon		falšuji (falšuju)	falšujeme
tweede persoon	informeel	falšuješ	falšujete
	formeel	falšujete
derde persoon		falšuje	falšují (falšujou)

Schrijfwijzen

• Oude schrijfwijze: falšovati imperfectief

Afgeleide begrippen

• falšovatel mbezield

Verwante begrippen

• falešně (bw.)
• falešnice v
• falešník mbezield
• falešnost v
• falešný

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)