fakkeloptocht
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fak·kel·op·tocht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fakkeloptocht | fakkeloptochten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de fakkeloptocht m
- een nachtelijke optocht van een groep fakkelsdragende mensen
- ▸ De demonstratie tegen de Sovjetbezetting van Tsjecho-Slowakije werd ook gekenmerkt door deze sobere stijl, maar vooral door saaiheid, met een fakkeloptocht door het centrum van Kopenhagen en doordat er bijna geen politie te zien was.[2]
Gangbaarheid
- Het woord fakkeloptocht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535