Frans

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

faire ièche

  1. (spreektaal) ergeren, hinderen, vervelend doen
    «Putain! Tu fais ièche, Michel, casse-toi!»
    Verdomme! Je doet strontvervelend Michel, donder op! [1]
Schrijfwijzen

se faire ièche

  1. wederkerend (spreektaal) zich kapot vervelen
    «On se fait ièche en classe de philo.»
    Je verveelt je kapot tijdens de filosofieles. [1]
Schrijfwijzen

Verwijzingen