fadet uit
- fadet uit
vervoeging van |
---|
uitfaden |
fadet uit
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitfaden
- Jij fadet uit.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitfaden
- Hij fadet uit.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitfaden
- Fadet uit!
- Het woord fadet uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.