factum
- fac·tum
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | factum | facta |
verkleinwoord |
het factum o
- feit of handeling
achteraf
- • De controle komt altijd markt post factum. Voor de regulator moet dat frustrerend zijn. Of hij wordt juridisch teruggefloten of hij kan zijn instrumenten alleen met vertraging inzetten.” [3]
- • ‘Maar als Theo zelf zegt dat hij wil komen, dan ben ik blij dat hij de kans krijgt om zich te verdedigen’, zei Bracke vanmorgen op Radio 1. ‘Het is uniek in de geschiedenis dat een staatssecretaris post factum moet uitleggen wat hij als staatssecretaris heeft gedaan. Als Theo er evenwel rotsvast van overtuigd is dat hij niets te verbergen heeft en beslist te komen, wie zou ik dan zijn om dat tegen te houden?’ [4]
- Het woord factum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "factum" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ factum op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC 1 september 2017 Turbulente zomer zet nieuwe norm
- ↑ De Standaard 24/01/2019 door bbd Bracke: ‘Grote vragen bij dossier-Kucam’
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be