Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fac·ta
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de factamv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord factum

Gangbaarheid

36 % van de Nederlanders;
41 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be