examenfraudeperikel
- exa·men·frau·de·pe·ri·kel
- samenstelling van examenfraude en perikel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | examenfraudeperikel | examenfraudeperikelen |
verkleinwoord | examenfraudeperikeltje | examenfraudeperikeltjes |
het examenfraudeperikel o
- een moeilijke toestand als gevolg van examenfraude
- Het woord 'examenfraudeperikel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.