eurowees
- eu·ro·wees
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eurowees | eurowezen |
verkleinwoord | euroweesje | euroweesjes |
- kind dat door de ouders in een West-Europees land wordt achtergelaten omdat in het eigen land het toekomstperspectief zeer slecht is
- Het woord eurowees staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.