• eu·ro·geld
enkelvoud meervoud
naamwoord eurogeld eurogelden
verkleinwoord

het eurogeldo

  1. papier- en muntgeld met een waarde uitgedrukt in Euro's
     Maar dat effect is allang tenietgedaan. Midden vorig jaar overschreed de waarde van al het papieren eurogeld dat van het ,,oude papiergeld opnieuw. Sindsdien is het alleen maar crescendo gegaan. De ECB haalt daarvoor een aantal redenen aan. De veel hogere acceptatiegraad van de euro ten opzichte van de twaalf ,,oude munten is er een, de waardevermeerdering van de euro ten opzichte van de dollar is een andere. Ook constateert de ECB dat de euro in steeds meer landen de rol van referentiemunt krijgt, die vroeger uitsluitend voor de dollar was weggelegd. Dat is bijvoorbeeld het geval in Rusland. Aan de andere kant neemt door de economische groei in Oost- en Centraal-Europa de noodzaak tot het oppotten van geld in buitenlandse valuta af.[1]
     Het blijkt overigens lastiger dan verwacht om de verspreiding van de munten in een wiskundig model te gieten. Aanvankelijk werd gedacht dat een jaar na de introductie van het eurogeld al de helft van de munten in Nederland van buitenlandse herkomst zou zijn.[2]
     Het blijkt overigens lastiger dan verwacht om de verspreiding van de munten in een wiskundig model te gieten. Aanvankelijk werd gedacht dat een jaar na de introductie van het eurogeld al de helft van de munten in Nederland van buitenlandse herkomst zou zijn.[3]
  1.   Weblink bron “Biljetten van 5 euro te vaak vies of gescheurd” (Dinsdag 17 augustus 2004 om 00:00), De Standaard
  2.   Weblink bron “Bijna helft munten buitenlands” (Woensdag 17 augustus 2005 om 00:00), De Standaard
  3.   Weblink bron “Albert is meerderheid kwijt” (Dinsdag 2 januari 2007 om 00:00), De Standaard