Naar frequentie 30
Telwoord (swe)
0
1 11 10 100 103
2 12 20 200 106
3 13 30 300 109
4 14 40 400 1012
5 15 50 500 1015
6 16 60 600 1018
7 17 70 700 1021
8 18 80 800 1024
9 19 90 900 1027

ett

  1. één

ett, o

  1. een
    «Polisen beslagtog på torsdagen fem spelautomater på ett matställe på Fosievägen.»
    De politie heeft op donderdag vijf speelautomaten bij een eetgelegenheid op Fosievägen in beslag genomen.
  • en, g (onbepaald lidwoord voor woorden met het gemeenschappelijke geslacht)