• IPA: /es.ˈkol.ta/
  • es·col·ta
enkelvoud meervoud
escolta escoltas

escolta m/v

  1. escorte
vervoeging van
escoltar

escolta

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van escoltar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van escoltar