• er·op ver·trou·wen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
erop vertrouwen
vertrouwde erop
erop vertrouwd
zwak -d volledig

erop vertrouwen

  1. vertrouwen geven aan iets of iemand
    • Wij kunnen erop vertrouwen dat de informatie vertrouwelijk wordt behandeld.