erin vliegen
- er·in vlie·gen
- verbinding van erin en vliegen, waarin "erin" een loos voornaamwoordelijk bijwoord is [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
erin vliegen |
vloog erin |
erin gevlogen |
klasse 2 | volledig |
erin vliegen
- stevig gaan werken, iets met kracht aanpakken
- We wilden met zijn allen erin vliegen.
- Het woord erin vliegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Combinaties met er: loze voornaamwoordelijke bijwoorden (algemeen)” op taaladvies.net