Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • epi·scoop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord episcoop episcopen
verkleinwoord episcoopje episcoopjes

Zelfstandig naamwoord

de episcoopm

  1. toestel om ondoorzichtige afbeeldingen te projecteren
Verwante begrippen

Gangbaarheid

79 % van de Nederlanders;
78 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen