entrepreneur
- en·tre·pre·neur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | entrepreneur | entrepreneurs |
verkleinwoord |
de entrepreneur m
- (bedrijfskunde) (beroep) iemand die een zakelijke activiteit onderneemt
- een ondernemer die met name initiatiefrijk reageert op kansen
- Het woord entrepreneur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "entrepreneur" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud |
---|---|
entrepreneur | entrepreneurs |
entrepreneur
- (bedrijfskunde) (beroep) ondernemer
- «The free market system relies on the optimism and creativity of its entrepreneurs.»
- Het vrijemarktsysteem rekent op het optimisme en de scheppingskracht van zijn ondernemers.
- «The free market system relies on the optimism and creativity of its entrepreneurs.»
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
entrepreneur | l'entrepreneur | entrepreneurs | les entrepreneurs |
entrepreneur m