de sultan van Marokko en zijn entourage
  • en·tou·ra·ge
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘omgeving’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord entourage entourages
verkleinwoord

de entouragev [2]

  1. personen in de omgeving, hofhouding van een belangrijk persoon
    • Tijdens een twee weken durend proces in september zei Cahuzac op de eerste dag dat een van de rekeningen door hem geopend was om campagnegelden te innen voor een presidentskandidatuur van de socialistische ex-premier Michel Rocard. Maar niemand uit de entourage van Rocard bleek hiervan op de hoogte en dat Rocard zelf net enkele weken voor het proces was overleden maakte zijn verweer er niet geloofwaardiger op. Een “waanvoorstelling”, zei de aanklager in september en de rechter was het daarmee eens. Die sprak van “systematische fraude”. [3] 
    • Hij is hier omringd door een deel van de harde kern van The Circus, zoals zijn entourage wordt genoemd, vrienden die hij al dertig, veertig jaar kent, soms ex-geliefden die blijven hangen. Ze vormen een onzichtbare kring om Hockney, scharrelen rond in zijn huis, zorgen voor hem, houden hem gezelschap. [4] 
  2. zaken in de omgeving
    • Sfeer: ingetogen, chic restaurant, entourage kan gezelliger, maar de hartelijke bediening maakt veel goed. [5] 
  3. versiering rondom een ander sieraad
96 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[6]