enquêteur
- en·quê·teur
- Naamwoord van handeling van enquêteren met het achtervoegsel -eur[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | enquêteur | enquêteurs |
verkleinwoord | enquêteurtje | enquêteurtjes |
de enquêteur m
- (beroep) iemand die enquêteert
- mannelijke vorm van enquêtrice
- Het woord enquêteur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "enquêteur" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be