energie-infrastructuur
- ener·gie-·in·fra·struc·tuur
- Samenstelling van energie en infrastructuur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | energie-infrastructuur | energie-infrastructuren |
verkleinwoord |
de energie-infrastructuur v
- het totaal van onroerende voorzieningen voor de opwekking en transport van energie
- Het woord 'energie-infrastructuur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.